Raadsvergadering

De heer Kardol (KOMPAS Maashorst) heeft aangegeven verhinderd te zijn voor deze vergadering

De raad wordt gevraagd de besluitenlijst van de vorige vergadering vast te stellen.

De raad wordt gevraagd in te stemmen met de voorgestelde wijze van afdoening van de ingekomen stukken. De lijst van ingekomen stukken wordt uiterlijk 4 december 2025 toegevoegd.

Raadsleden die tijdens de rondvraag vragen willen stellen, melden dit onder aanduiding van het onderwerp ten minste 24 uur voor aanvang van de rondvraag schriftelijk bij de voorzitter.

Door de raadscommissies zijn onderstaande raadsvoorstellen geagendeerd als hamerstuk.

In de raadsvergadering van 25 september 2025 heeft de gemeenteraad de Verordening jeugdhulp gemeente Maashorst 2025 vastgesteld. Tijdens de voorbereiding voor publicatie bleek echter dat er een fout zat in het artikel over inwerkingtreding en citeertitel.

Deze fout is inmiddels hersteld. De aanpassingen zijn geel gemarkeerd in het document. Omdat de tekst is aangepast, moet de verordening opnieuw worden voorgelegd aan de raad voor besluitvorming.

De eerdere versie van de Verordening jeugdhulp gemeente Maashorst 2025 is niet gepubliceerd en is daardoor nog niet in werking getreden.

1. Vast te stellen de Verordening jeugdhulp gemeente Maashorst 2025.

De commissie ruimtelijke kwaliteit is een onafhankelijke adviescommissie die het college en de raad adviseert over ruimtelijke kwaliteit en erfgoed. Met de invoering van de Omgevingswet zijn de voormalige welstands- en monumentencommissies samengevoegd tot één commissie, zodat integrale advisering mogelijk is. De gemeenteraad heeft op 24 november 2022 de Verordening op de adviescommissie Omgevingskwaliteit gemeente Maashorst vastgesteld, waarin de taken, werkwijze en samenstelling van de commissie zijn vastgelegd. De commissie toetst plannen aan het geldende gemeentelijke beleid en heeft een adviserende rol. De uiteindelijke besluiten worden genomen door het bevoegd gezag. Met het voorliggende voorstel worden de leden van de commissie voor een periode van vier jaar benoemd. Hiermee wordt de commissie structureel ingericht en blijft de onafhankelijke advisering over ruimtelijke kwaliteit en erfgoed binnen de gemeente geborgd.

1. De volgende leden voor een termijn van vier jaar, met ingang van 1 januari 2026 te benoemen voor de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Maashorst; 
• Ir. K.J. Dauwerse, als lid en deskundige op het gebied van architectuur en stedenbouw; 
• Ir. J.M. de Mare, als lid en deskundige op het gebied van architectuur; 
• Drs. W.A. Kreike, als lid en deskundige op het gebied van cultuurhistorie, bouw- en architectuurhistorie; 
• Drs. V.M. Delmee, als lid en deskundige op het gebied van architectuurhistorie en restauratiearchitectuur; 
• De heer W. Peters, als burgerlid, lokale deskundige en deskundige op het gebied van monumentale bomen, natuur en landschap 
• De heer H. Boot, als burgerlid en lokale deskundige en deskundige op het gebied van bouw- en architectuurhistorie, cultuurhistorie en restauratie. 

2. De volgende leden voor een termijn van vier jaar, met ingang van 1 januari 2026 als plaatsvervangers te benoemen voor de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Maashorst; 
• Drs. J. Bosman, als deskundige op het gebied van archeologie 
• Ir. T. Janssen, als deskundige op het gebied van landschapsarchitectuur 
• Ir. M. Schäfer, als deskundige op het gebied van architectuur 
• Ir. A. Dieleman, als deskundige op het gebied van architectuur en stedenbouw 
• Ir. N. Nederlof, als deskundige op het gebied van architectuur 
• Drs. H. Damen als deskundige op het gebied van bouw- en architectuurhistorie 
• Ir. L. De witte als deskundige op het gebied van cultuurhistorie, bouw- en architectuurhistorie

De gemeenteraad van Maashorst wil de manier van vergaderen verbeteren. Uit onderzoek blijkt dat raadsleden meer debat willen tijdens commissievergaderingen. Daarom is het voorstel om tijdens commissievergaderingen het verschil tussen beeldvorming en oordeelsvorming los te laten. Zo kunnen raadsleden eerder in de vergadering hun mening geven en met elkaar in gesprek gaan.

Ook is het voorstel om beter gebruik te maken van verschillende manieren om informatie op te halen, zoals werkbezoeken of hoorzittingen. Inwoners krijgen zo meer kans om hun mening te geven. Verder wordt voorgesteld om vaker met startnotities te werken. Daarmee kan de raad eerder sturing geven aan plannen.

Op 1 september 2025 heeft het presidium een voorstel aan de raad gedaan op basis van de rapportage van Necker over de aanpassingen van de wijze van vergaderen. De raad heeft op 25 september 2025 dit voorstel van de agenda afgevoerd en het presidium verzocht om een nieuw voorstel. Het presidium heeft op 17 november 2025 dit nieuwe voorstel vastgesteld.

1. de commissievergaderingen vooral oordeelsvormend te maken door te schrappen dat de eerste termijn in de commissie beeldvormend moet zijn en de tweede termijn oordeelsvormend;
2. de agendacommissie te verzoeken:
a. om tijdens de huidige raadsperiode aanvullende instrumenten voor de beeldvorming vast te stellen en voor deze instrumenten de randvoorwaarden te bepalen;
b. hierbij ook opties als het beeldvormend agenderen van een onderwerp direct voorafgaand aan een commissievergadering, het informeren van de raad met een raadsinformatiebrief en het organiseren van webinars mee te nemen; en
c. al het voorgaande als richtlijn mee te geven aan de nieuwe raad;
3. met startnotities te gaan werken, waarbij de raad:
a. het presidium verzoekt om op basis van de Lange Termijn Agenda te beoordelen of er – binnen de Lange Termijn Agenda of buiten de Lange Termijn Agenda om – onderwerpen zijn waarbij de raad met startnotities gaat werken;
b. het college verzoekt om, daar waar het college meent dat het werken met een startnotitie een meerwaarde heeft, het presidium voor te leggen of er met een startnotitie gewerkt gaat worden; en
c. het college verzoekt om in ieder geval voor de start van nieuwe grote projecten zoals bedoeld in de Financiële verordening gemeente Maashorst aan het presidium te vragen of met een startnotitie gewerkt gaat worden;
4. anders dan Necker aanbeveelt, de agendacommissie niet te laten bepalen of een onderwerp bespreekstuk of hamerstuk is; en
5. eerder genoemde aanpassingen een jaar na de start van de nieuwe raadsperiode (april 2027) te evalueren.

Er zijn drie redenen om de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) aan te passen:

1. Wijziging stookontheffingenbeleid
   Sinds 1 januari 2025 is het beleid voor stookontheffingen aangepast vanwege meer aandacht voor luchtkwaliteit en gezondheid, zoals afgesproken in het Bestuursakkoord 2022-2026 en het Schone Lucht Akkoord. Om dit beleid juridisch goed vast te leggen, moet artikel 5:34 van de APV worden aangepast.
2. Brabantse norm weerbare overheid
   Gemeenten en de provincie Noord-Brabant werken samen om de weerbaarheid tegen ondermijning te versterken. Daarom wordt voorgesteld om bezorg- en afhaalzaken op te nemen in de definitie van < em>openbare inrichtingen< /em>. Hierdoor valt deze groep ook onder de exploitatievergunningplicht van artikel 2:28 APV.
3. Verouderde plattegronden
   De komgrenzen op de plattegronden in bijlage 1 van de APV zijn niet meer actueel en moeten worden geactualiseerd.

1. de 2e wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Maashorst vast te stellen

De Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv) regelt dat inwoners en ondernemers officiële berichten digitaal naar de gemeente kunnen sturen. Dit is een aanvulling op de bestaande mogelijkheid om berichten op papier te sturen. Om dit goed te regelen, zijn verschillende artikelen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aangepast. De gemeente moet voor elk soort officieel bericht een veilig en betrouwbaar digitaal kanaal aanwijzen. Daarom moet ook de Delegatieverordening worden aangepast. Zo blijft het college van burgemeester en wethouders bevoegd om te bepalen welke digitale kanalen de gemeente gebruikt.

1. Vaststellen van de 2e wijziging van de Delegatieverordening Maashorst.

Door de raadscommissies zijn onderstaande raadsvoorstellen geagendeerd voor bespreking.

De gemeente Maashorst heeft veel buitensportaccommodaties, zoals sportvelden en scoutingterreinen. Tot nu toe waren er grote verschillen in hoe deze accommodaties worden gebruikt, beheerd en wat de tarieven zijn. Daarom is er gewerkt aan één duidelijk en eerlijk beleid.

In dit nieuwe beleid staan drie onderwerpen centraal: de kwaliteit van de voorzieningen, de verdeling van verantwoordelijkheden tussen gemeente en verenigingen, en eerlijke tarieven. Het is de bedoeling dat sportvelden, kleedkamers en andere faciliteiten goed worden benut, dat de taken helder zijn en dat de tarieven zowel betaalbaar als toekomstbestendig zijn.

Het beleid geldt voor alle buitensportverenigingen en scoutinggroepen die gebruikmaken van gemeentelijke grond of accommodaties. In Maashorst gaat het om 42 organisaties. Het college vraagt de raad om dit beleid vast te stellen.

1. Het beleidskader ‘Buitensportaccommodatiebeleid gemeente Maashorst’ met bijbehorende bijlages vast te stellen.
2. Begrotingswijziging 2 (2026) Buitensport vast te stellen.

Door een nieuwe 'Wet versterking participatie op decentraal niveau' moeten alle gemeenten hun huidige inspraakverordening vervangen door een participatieverordening. Gemeenten hebben hiervoor de tijd tot 1 januari 2027. De gemeenteraad is het orgaan dat deze nieuwe verordening vaststelt.

In de participatieverordening wordt geregeld dat inwoners niet alleen kunnen meepraten over nieuw beleid, maar ook kunnen meedenken en meedoen bij de uitvoering en de evaluatie van dat beleid.

Daarnaast komt in de verordening te staan onder welke voorwaarden het uitdaagrecht geldt. Het uitdaagrecht betekent dat inwoners of organisaties de gemeente kunnen vragen om (een deel van) een gemeentelijke taak zelf uit te voeren, als zij denken dat zij dat beter of anders kunnen doen.

De participatieverordening vast te stellen en de inspraakverordening gemeente Maashorst in te trekken.

In 2019 stelde de gemeenteraad de grondexploitatie voor ontwikkellocatie Eikenheuvel vast, destijds gebaseerd op een programma van circa 150 tot 200 woningen. Sindsdien is het plan stapsgewijs verder uitgewerkt. Na een eerste conceptvisie in 2020 en een geoptimaliseerde gebiedsvisie in 2023 is het plan uitgegroeid tot een financieel haalbaar stedenbouwkundig ontwerp met circa 460 woningen in verschillende prijsklassen. Het ontwerp bevat een verdeling van wonen, openbaar gebied en groen, met ruimte voor maatschappelijke voorzieningen. De voortgang in planvorming en de gewijzigde uitgangspunten maken actualisatie van de grondexploitatie noodzakelijk. Met dit voorstel worden het stedenbouwkundig ontwerp, de aangepaste grondexploitatie en de bijbehorende begrotingswijziging ter vaststelling aan de raad voorgelegd, zodat de verdere ontwikkeling van Eikenheuvel binnen actuele ruimtelijke en financiële kaders kan plaatsvinden.

1. Het stedenbouwkundig ontwerp van ontwikkellocatie Eikenheuvel vast te stellen.
2. De gewijzigde grondexploitatie met de daarin opgenomen programmawijziging voor het complex Eikenheuvel vast te stellen.
3. De begrotingswijziging nummer 24 van 2025 vast te stellen.

Op 27 oktober 2025 is een omgevingsvergunning aangevraagd voor de aanleg van een zonnepark aan de Voorpeel in Odiliapeel. Het park heeft een bruto-oppervlakte van circa 8 hectare en een capaciteit van ongeveer 9,7 MWp, goed voor de stroomvoorziening van zo’n 2.500 huishoudens. Voor dit gebied geldt het bestemmingsplan “Veegplan Buitengebied Uden”, dat onder de Omgevingswet het tijdelijke deel van het omgevingsplan vormt. De gronden hebben de functie ‘Agrarisch met waarden – landschapswaarden’, waarin geen zonnepark is toegestaan. Omdat het initiatief niet past binnen het omgevingsplan en er geen afwijkingsmogelijkheid is, wordt de aanvraag behandeld via een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa).

Het college van burgemeester en wethouders is hiervoor het bevoegd gezag. Op deze aanvraag is het bindend adviesrecht van de raad van toepassing. Het college kan pas een besluit nemen nadat de raad advies heeft uitgebracht. De gemeenteraad wordt gevraagd een positief advies te geven voor het verlenen van de vergunning voor het zonnepark.

1. Een positief bindend advies af te geven over de aanvraag omgevingsvergunning voor de realisatie van Zonnepark Voorpeel in Odiliapeel.

De gemeenteraad stelt jaarlijks de gemeentelijke heffingen vast, waaronder de afvalstoffenheffing. Deze dekt alle kosten voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. In Maashorst is de afvalstoffenheffing volledig kostendekkend, met een vast tarief voor een- en meerpersoonshuishoudens. Door hogere kosten voor personeel, materieel en brandstof, nieuwe inzamelcontracten en de verplichte gescheiden inzameling van textiel vanaf 2025, stijgen de inzameltarieven. Daarom is een aanpassing van de afvalstoffenheffing nodig.

1. De afvalexploitatie aan te passen aan de stijgende inzamelkosten. 
2. Het financiële nadeel van €279.000 in 2025 te onttrekken uit de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing. 
3. Het financiële nadeel van €601.500 vanaf 2026 te dekken door een verhoging van de afvalstoffenheffing. 
4. De kosten en opbrengsten van textiel vanaf 2027 te begroten. 
5. Begrotingswijzigingen 22 van 2025 en 6 van 2026 vast te stellen

Het Programma Omgevingswet Water en Riolering beschrijft hoe de gemeente Maashorst de komende jaren omgaat met afvalwater, regenwater en grondwater. In het programma staan de geplande werkzaamheden, investeringen en kosten voor onderhoud en vernieuwing van de riolering en watermaatregelen. Ook laat het zien hoe deze kosten worden betaald via de riool- en waterzorgheffing. Het beleid blijft hetzelfde als in de vorige periode en sluit aan bij de doelen uit de Omgevingsvisie en de Duurzame Doelen Agenda, zoals water vasthouden, droogte tegengaan en schoon water behouden. Het voorstel beoogt het huidige programma te verlengen tot en met 2029 met daarbij een actualisatie van het kostendekkingsplan en het beschikbaar stellen van de benodigde kredieten.

1. Het Programma Omgevingswet Water & Riolering 2022-2024 te verlengen tot en met 2029 met daarbij een actualisatie van het kostendekkingsplan. 
2. Aanvullende kredieten beschikbaar te stellen van in totaal € 22.899.256 voor de periode 2026-2029. 
3. De kredieten te dekken door een onttrekking uit de spaarvoorziening riolering (vuil water) en nieuwe kapitaallasten (hemelwater) binnen het programma water en riolering. 
4. De financiële voordelen van €202.000 in 2026, aflopend naar €165.000 in jaarschijf 2029, ten gunste te brengen van het begrotingssaldo. 
5. De 3e begrotingswijziging van 2026 vast te stellen.

Met deze tweede tussentijdse rapportage (2e turap) informeert het college de gemeenteraad over de uitvoering van de begroting 2025 tot en met augustus en over de financiële verwachtingen voor 2026–2029. Zo krijgt de raad een actueel beeld van de beleids- en financiële voortgang. Het resultaat over 2025 is naar verwachting € 12,1 miljoen positief, vooral door een hogere algemene uitkering en voordelige bijstellingen binnen de programma’s. Tegelijkertijd laat het meerjarig financieel beeld een verslechtering zien, waardoor zorgvuldig financieel beleid nodig blijft.

De rapportage bevat een samenvatting van de belangrijkste ontwikkelingen, voorstellen voor begrotingswijzigingen en budgetoverhevelingen, en een actualisatie van de reserves en voorzieningen, waaronder een nieuwe bestemmingsreserve ‘organisatieontwikkeling’. Het college legt hiermee verantwoording af en ondersteunt de raad in zijn kaderstellende en controlerende rol.

1. De tweede tussentijdse rapportage 2025 (2e turap 2025) vast te stellen.
2. Het resultaat van 2025 van € 12,1 miljoen toe te voegen aan de algemene reserve, en het resterende resultaat van € 3,6 miljoen van 2026 te onttrekken aan de algemene reserve.
3. De herijkte notitie reserves en voorzieningen 2025 vast te stellen.
4. Een bestemmingsreserve ‘organisatieontwikkeling’ te vormen.
5. De begrotingswijziging behorend bij de 2e turap 2025, inclusief de investeringskredieten, vast te stellen: nummer 20 voor de jaarschijf 2025 en nummer 4 voor 2026.
6. De budgetoverhevelingen vast te stellen, inclusief de bijbehorende begrotingswijziging 21 (jaarschijf 2025) en begrotingswijziging 5 (jaarschijf 2026), ter hoogte van in totaal € 11,6 miljoen.

De belastingtarieven in de verschillende belastingverordeningen worden elk jaar aangepast. Dit is nodig vanwege inflatie, eerder vastgesteld beleid of om de kosten te dekken. Ook zorgt dit ervoor dat de opbrengsten aansluiten bij wat in de begroting is opgenomen. Volgens de Gemeentewet moet de gemeenteraad de belastingverordeningen vaststellen voordat de gemeente belastingen mag heffen. In de toelichting (argumenten) staan de belangrijkste wijzigingen per verordening. In bijlage 1 is een overzicht van alle tarieven opgenomen. De gemeenteraad wordt gevraagd de belastingverordeningen vast te stellen (zoals weergegeven in de bijlage 2.1 - 2.11).

1. de belastingen, rechten en tarieven voor 2026 aan te passen conform bijlage 1;
2. daartoe vast te stellen:
     2.1 de verordening afvalstoffenheffing Maashorst 2026;
     2.2 de verordening riool- en waterzorgheffing Maashorst 2026;
     2.3 de verordening onroerende zaakbelastingen Maashorst 2026;
     2.4 de verordening parkeerbelastingen Maashorst 2026;
     2.5 de verordening staangeld Maashorst 2026;
     2.6 de verordening reclamebelasting Maashorst 2026;
     2.7 de verordening markt en standplaatsen Maashorst 2026;
     2.8 de verordening begrafenisrechten Maashorst 2026;
     2.9 de verordening toeristenbelasting Maashorst 2026;
     2.10 de verordening forensenbelasting Maashorst 2026;
     2.11 de legesverordening Maashorst 2026;