Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

Raadsvergadering

Inclusief Kadernota's Gemeenschappelijke Regelingen (GR'en)

donderdag 27 februari 2025

19:30 - 20:53
Locatie

Raadzaal (Paul Rüpp-zaal)

Voorzitter
Hans van der Pas
Toelichting

De vergadering kan worden terug gekeken via Raadsvergadering

Agenda documenten

Uitzending

Agendapunten

  1. 1

    We hebben een bericht van verhindering gehad van de heer Prinssen (VVD) , de heer Bos (Jong Maashorst) ,de heer Bongaerts (CDA) en de heer Van der Ven (Voor de Dorpen)

    Besluit

    Niet van toepassing.

    De voorzitter opent de raadsvergadering om 19.30 uur. Hij deelt mede dat er bericht van verhindering is ontvangen van de heer Prinssen (VVD), de heer Bos (Jong Maashorst), de heer Bongaerts (CDA) en de heer Van der Ven (Voor de Dorpen).

  2. 2

    Besluit

    De raad stelt de agenda conform het concept vast, met inachtneming van het volgende:

    • Er is een voorstel van het presidium toegevoegd aan de agenda. Dit voorstel betreft de benoeming van een commissielid niet-zijnde raadslid en twee leden van de werkgeverscommissie. Dit voorstel is toegevoegd als agendapunt 3.
    • Er zijn geen vragen voor de rondvraag ingediend.
    • De SP heeft een motie vreemd aan de orde van de dag aangekondigd met als onderwerp 'Voor een stabiele basis in plaats van zelfredzaamheid'. De motie wordt mede ingediend door UdenPlusLanderd. Deze motie is toegevoegd als agendapunt 9.

    Mevrouw Thenu (Maashorst Vooruit) wordt door het lot aangewezen als degene die bij een hoofdelijke stemming het eerst haar stem zal uitbrengen

  3. 3

    SP heeft laten weten de heer G.T.A.J. (Gerard) Bus voor te dragen om als burgerlid en lid van beide raadscommissies te laten benoemen door de raad. De heer Bus heeft aangegeven hiervoor in aanmerking te willen komen. Het burgerlid moet aan bepaalde eisen voldoen. Tijdens de raadsvergadering zal de raad een commissie instellen om te onderzoeken of de heer Bus aan deze eisen voldoet.


    Verder zijn er twee vacatures ontstaan in de werkgeverscommissie. De werkgeverscommissie oefent het werkgeverschap uit van de griffier en de griffie, en bestaat uit raadsleden. De voorzitter van de werkgeverscommissie, de heer Benneker, heeft aangegeven het voorzitterschap en lidmaatschap van de werkgeverscommissie te willen eindigen. Verder is de heer Keizer al enige tijd geen raadslid meer. Daarmee is ook zijn lidmaatschap van de werkgeverscommissie beëindigd. De heer De Veer en de heer Van der Ven hebben aangegeven lid te willen worden van de werkgeverscommissie.

    Voorgesteld besluit

    1. De heer G.T.A.J. (Gerard) Bus te benoemen als commissielid niet-zijnde raadslid, lid van de commissie Samenleving en Bestuur, en lid van de commissie Ruimte, Economie en Financiën;
    2. De heer T.J.E. (Theo) de Veer en de heer D.A.H.M. (Davy) van der Ven te benoemen tot leden van de werkgeverscommissie.

    Besluit

    De raad stelt een commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven in. Deze commissie bestaat uit de heer Van Tiel (UdenPlusLanderd), de heer De Ridder (Gewoon Uden) en de heer Wittenberg (Jong Maashorst).


    De raad schorst de vergadering van 19:34 tot 19:41 uur.


    De commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven adviseert de heer G.T.A.J. (Gerard) Bus te benoemen tot commissielid niet-zijnde raadslid namens SP. De raad besluit hierna de heer G.T.A.J. (Gerard) Bus te benoemen als commissielid niet-zijnde raadslid, lid van de commissie Samenleving en Bestuur, en lid van de commissie Ruimte, Economie en Financiën.


    De heer Bus legt de verklaring en belofte af.


    Hierna besluit de raad de heer T.J.E. (Theo) de Veer en de heer D.A.H.M. (Davy) van der Ven te benoemen tot leden van de werkgeverscommissie.

    De voorzitter en de heer Jozephs (Jong Maashorst) staan stil bij de verdiensten van de heer Benneker (Voor de Dorpen) als voorzitter van de werkgeverscommissie. Zij bedanken hem voor zijn inzet. Dit wordt onderstreept met een bos bloemen.


    Op dit voorstel is unaniem besloten.

  4. 4

    De raad wordt gevraagd de besluitenlijst van de vorige vergadering vast te stellen.

    Besluit

    De raad stelt de besluitenlijst van de raadsvergadering van 23 januari 2025 conform het concept vast.

  5. 5

    De raad wordt gevraagd in te stemmen met de voorgestelde wijze van afdoening van de ingekomen stukken.

    Besluit

    De raad besluit tot afdoening van de ingekomen stukken overeenkomstig de daarbij aangeven voorstellen.

  6. 6

    Raadsleden die tijdens de rondvraag vragen willen stellen, melden dit onder aanduiding van het onderwerp ten minste 24 uur voor aanvang van de rondvraag schriftelijk bij de voorzitter.

    Besluit

    Niet van toepassing.

    Er zijn voor de rondvraag geen vragen ingediend.

  7. 7

    Door de raadscommissies zijn onderstaande raadsvoorstellen geagendeerd als hamerstuk.

  8. 7.a

    Het Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant is een samenwerking van gemeenten. Het Werkvoorzieningschap is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). De kadernota van het Werkvoorzieningschap laat zien welke inhoudelijke en financiële uitgangspunten het Werkvoorzieningschap gebruikt voor de begroting van 2026. De gemeenteraad kan hierop een zienswijze indienen en zo beleidsmatige en/of financiële aandachtspunten aangeven.


    Vanaf 1 januari 2015 is de Wsw veranderd en is de Participatiewet ingevoerd. Daardoor komen geen nieuwe mensen meer in de Wsw. Het Werkvoorzieningschap blijft bestaan zolang er nog werknemers onder de Wsw vallen. De uitvoering van de Wsw door het Werkvoorzieningschap is beperkt, omdat de Wsw langzaam afloopt. IBN Holding BV is de organisatie die de Wsw uitvoert. Het Werkvoorzieningschap is de enige eigenaar van IBN.

    Stemuitslag

    voor 100%
    voor
    Fractie CDA (4), Fractie Forum voor Democratie (1), Fractie Gewoon Uden (2), Fractie GroenLinks (1), Fractie Jong Maashorst (6), Fractie Maashorst Vooruit (3), Fractie PRO (1), Fractie SP (3), Fractie UdenPlusLanderd (2), Fractie Voor de Dorpen (2), Fractie VVD (2)

    Voorgesteld besluit

    De volgende zienswijze naar voren te brengen op de kadernota 2025 van de gemeenschappelijk regeling Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant:
    “In uw kadernota hanteert u voor 2026 een indexpercentage op de inwonerbijdrage. Inmiddels is duidelijk dat alle gemeenten in het kader van het Ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes moeten maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren.
    Daarom verzoeken wij u om de bijdrage van 2025 als uitgangspunt te hanteren voor 2026 en de ambities voor 2026 en de jaren 2027–2029 hierop aan te passen, zodat de bijdrage voor de gemeente niet verhoogd wordt.
    We gaan er daarom vanuit dat u als gemeenschappelijke regeling zelf uw eigen loon- en prijsstijgingen opvangt met ombuigingen. Wij zijn geen voorstander van een kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. In de begroting 2026, en zo mogelijk nog in de kadernota 2026. Daarbij zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de gemeenschappelijke regeling. Wat ons betreft kan met die keuzes direct een start worden gemaakt zodat de effecten zo snel mogelijk zichtbaar zijn”.

    Besluit

    De volgende zienswijze naar voren te brengen op de kadernota 2025 van de gemeenschappelijk regeling Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant:
    “In uw kadernota hanteert u voor 2026 een indexpercentage op de inwonerbijdrage. Inmiddels is duidelijk dat alle gemeenten in het kader van het Ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes moeten maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren.
    Daarom verzoeken wij u om de bijdrage van 2025 als uitgangspunt te hanteren voor 2026 en de ambities voor 2026 en de jaren 2027–2029 hierop aan te passen, zodat de bijdrage voor de gemeente niet verhoogd wordt.
    We gaan er daarom vanuit dat u als gemeenschappelijke regeling zelf uw eigen loon- en prijsstijgingen opvangt met ombuigingen. Wij zijn geen voorstander van een kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. In de begroting 2026, en zo mogelijk nog in de kadernota 2026. Daarbij zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de gemeenschappelijke regeling. Wat ons betreft kan met die keuzes direct een start worden gemaakt zodat de effecten zo snel mogelijk zichtbaar zijn”.

    Unaniem besloten.

  9. 7.b

    Het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) heeft de Kadernota 2026 aangeboden aan de deelnemers. De deelnemers krijgen de mogelijkheid om conform het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen een zienswijze ten aanzien van de Kadernota kenbaar te maken. De "ruimte" die de gemeenteraad heeft ten aanzien van de financiële huishouding van het BHIC is echter uiterst beperkt. Dit ook vanwege de aard van de gemeenschappelijke regeling tussen 9 gemeenten, 2 waterschappen en het Rijk. In 2022 heeft het bestuur een besluit genomen over de bekostiging van de e-depotvoorziening. Deze is verwerkt in de Budgetontwikkeling 2026 en Meerjarenraming 2027-2029. De bijdragen zijn nu gebaseerd op de inwoneraantallen. Bij het uittreden van het Rijk, vermoedelijk 1 juli 2026 / 1 januari 2027, zal de gemeenschappelijke regeling aangepast worden.

    Stemuitslag

    voor 100%
    voor
    Fractie CDA (4), Fractie Forum voor Democratie (1), Fractie Gewoon Uden (2), Fractie GroenLinks (1), Fractie Jong Maashorst (6), Fractie Maashorst Vooruit (3), Fractie PRO (1), Fractie SP (3), Fractie UdenPlusLanderd (2), Fractie Voor de Dorpen (2), Fractie VVD (2)

    Voorgesteld besluit

    De volgende zienswijze naar voren brengen op de kadernota 2026 van het BHIC:
    In uw kadernota hanteert u voor 2026 een indexpercentage op de inwonerbijdrage. Inmiddels is duidelijk dat alle gemeenten in het kader van het Ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes moeten maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren.
    Daarom verzoeken wij u om de bijdrage van 2025 als uitgangspunt te hanteren voor 2026 en de ambities voor 2026 en de jaren 2027–2029 hierop aan te passen, zodat de bijdrage voor de gemeente niet verhoogd wordt.
    We gaan er daarom vanuit dat u als gemeenschappelijke regeling zelf uw eigen loon- en prijsstijgingen opvangt met ombuigingen.
    Wij zijn geen voorstander van een kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. In de begroting 2026, en zo mogelijk nog in de kadernota 2026. Daarbij zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de gemeenschappelijke regeling. Wat ons betreft kan met die keuzes direct een start worden gemaakt zodat de effecten zo snel mogelijk zichtbaar zijn.

    Besluit

    De volgende zienswijze naar voren brengen op de kadernota 2026 van het BHIC:
    In uw kadernota hanteert u voor 2026 een indexpercentage op de inwonerbijdrage. Inmiddels is duidelijk dat alle gemeenten in het kader van het Ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes moeten maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren.
    Daarom verzoeken wij u om de bijdrage van 2025 als uitgangspunt te hanteren voor 2026 en de ambities voor 2026 en de jaren 2027–2029 hierop aan te passen, zodat de bijdrage voor de gemeente niet verhoogd wordt.
    We gaan er daarom vanuit dat u als gemeenschappelijke regeling zelf uw eigen loon- en prijsstijgingen opvangt met ombuigingen.
    Wij zijn geen voorstander van een kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. In de begroting 2026, en zo mogelijk nog in de kadernota 2026. Daarbij zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de gemeenschappelijke regeling. Wat ons betreft kan met die keuzes direct een start worden gemaakt zodat de effecten zo snel mogelijk zichtbaar zijn.

    Unaniem besloten.

  10. 7.c

    In de Gemeenschappelijke Regeling Kleinschalig Collectief Vervoer Brabant Noordoost (GR-KCV) werken gemeenten en de provincie samen om vervoer te regelen voor mensen met een mobiliteitsbeperking (Wmo-vervoer). De GR-KCV brengt elk jaar een kadernota uit. Hierin staan de algemene financiële en beleidsmatige kaders voor de komende jaren. Het is dit jaar niet mogelijk om een uitgebreide kadernota op te stellen binnen de normale termijn. Daarom is er een verkorte kaderbrief opgesteld. Deze brief vormt de basis voor de begroting voor de jaren 2026–2029. De gemeenteraad mag hierop een zienswijze geven.

    Stemuitslag

    voor 100%
    voor
    Fractie CDA (4), Fractie Forum voor Democratie (1), Fractie Gewoon Uden (2), Fractie GroenLinks (1), Fractie Jong Maashorst (6), Fractie Maashorst Vooruit (3), Fractie PRO (1), Fractie SP (3), Fractie UdenPlusLanderd (2), Fractie Voor de Dorpen (2), Fractie VVD (2)

    Voorgesteld besluit

    1. Afwijkend van de reguliere “kadernota” te volstaan met het geven van een zienswijze op een “verkorte kaderbrief”.
    2. De volgende zienswijze naar voren te brengen op de kaderbrief 2026 van gemeenschappelijke regeling Kleinschalig Collectief Vervoer:
    In uw kaderbrief hanteert u voor 2026 voor diverse uitgaven een indexpercentage. Inmiddels is duidelijk dat alle gemeenten in het kader van het Ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes moeten maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren.


    Daarom verzoeken wij u om de bijdrage van 2025 als uitgangspunt te hanteren voor 2026 en de ambities voor 2026 en de jaren 2027–2029 hierop aan te passen, zodat de bijdrage voor de gemeente niet verhoogd wordt.


    We gaan er daarom vanuit dat u als gemeenschappelijke regeling zelf uw eigen loon- en prijsstijgingen opvangt met ombuigingen. Daarnaast zal dekking van eventuele nieuwe taken gevonden moeten worden binnen de eigen begroting. U kunt dus ruimte creëren voor nieuwe ontwikkelingen door te wijzigen in bestaande diensten of die te beëindigen.


    Wij zijn geen voorstander van een kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. In de begroting 2026, en zo mogelijk nog in de kadernota 2026. Daarbij zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de gemeenschappelijke regeling. Wat ons betreft kan met die keuzes direct een start worden gemaakt zodat de effecten zo snel mogelijk zichtbaar zijn

    Besluit

    1. Afwijkend van de reguliere “kadernota” te volstaan met het geven van een zienswijze op een “verkorte kaderbrief”.
    2. De volgende zienswijze naar voren te brengen op de kaderbrief 2026 van gemeenschappelijke regeling Kleinschalig Collectief Vervoer:
    In uw kaderbrief hanteert u voor 2026 voor diverse uitgaven een indexpercentage. Inmiddels is duidelijk dat alle gemeenten in het kader van het Ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes moeten maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren.


    Daarom verzoeken wij u om de bijdrage van 2025 als uitgangspunt te hanteren voor 2026 en de ambities voor 2026 en de jaren 2027–2029 hierop aan te passen, zodat de bijdrage voor de gemeente niet verhoogd wordt.


    We gaan er daarom vanuit dat u als gemeenschappelijke regeling zelf uw eigen loon- en prijsstijgingen opvangt met ombuigingen. Daarnaast zal dekking van eventuele nieuwe taken gevonden moeten worden binnen de eigen begroting. U kunt dus ruimte creëren voor nieuwe ontwikkelingen door te wijzigen in bestaande diensten of die te beëindigen.


    Wij zijn geen voorstander van een kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. In de begroting 2026, en zo mogelijk nog in de kadernota 2026. Daarbij zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de gemeenschappelijke regeling. Wat ons betreft kan met die keuzes direct een start worden gemaakt zodat de effecten zo snel mogelijk zichtbaar zijn.

    Unaniem besloten.

  11. 7.d

    Regionaal Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten Brabant Noordoost (RBL BNO) voert namens deelnemende gemeenten taken uit op het gebied van leer- en kwalificatieplicht. Ook geeft RBL BNO uitvoering aan de regionale aanpak voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie. De Kadernota 2026 geeft aan welke inhoudelijke en financiële uitgangspunten zij hanteert voor de begroting 2026. Via de zienswijze kan de gemeenteraad zijn beleidsmatige en/of financiële aandachtspunten meegeven.

    Stemuitslag

    voor 100%
    voor
    Fractie CDA (4), Fractie Forum voor Democratie (1), Fractie Gewoon Uden (2), Fractie GroenLinks (1), Fractie Jong Maashorst (6), Fractie Maashorst Vooruit (3), Fractie PRO (1), Fractie SP (3), Fractie UdenPlusLanderd (2), Fractie Voor de Dorpen (2), Fractie VVD (2)

    Voorgesteld besluit

    De volgende zienswijze naar voren te brengen op de Kadernota 2026 van Regionaal Bureau Leerplicht Brabant Noordoost (RBL BNO):

    • De gemeenteraad ziet heldere ambities van RBL BNO en steunt het beleidskader 2026-2029.
    • De gemeenteraad spreekt waardering uit voor de wijze waarop RBL BNO functioneert en geeft een positieve zienswijze op continuering van de formatie. We gaan ervan uit dat er geen aanvullende gemeentelijke bijdrage nodig is in de voorbereiding van de wetwijziging ‘Van werk naar duurzaam Werk’,
    • De gemeenteraad is zich bewust dat RBL BNO de financiën van dit beleidsplan heeft gebaseerd op de informatie die nu beschikbaar is en is het eens met dit uitgangspunt. We vragen wel rekening te houden met ruimte voor het geven van een zienswijze wanneer er meer duidelijk is over deze financiën.
    • Alle gemeenten moeten in het kader van het ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren.In uw kadernota hanteert u voor 2026 geen indexpercentage op de inwonerbijdrage, maar eenherverdeling van de gemeentelijke bijdrage op basis van inwoneraantal. Dit helpt gemeenten bij hun financiële opgave en wij ondersteunen uw keuze dan ook.

    Wij hebben alle gemeenschappelijke regelingen gevraagd om de ambities voor 2026 en de jaren 2027–2029 aan te passen op financiële omstandigheden. Voor het jaar 2026 heeft u in de Kadernota geen indexering opgenomen. Voor de jaren daarna vragen wij u ook om te anticiperen op de financiële beperkingen.


    Wij zijn geen voorstander van een kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. U kunt dus ruimte creëren voor ontwikkelingen door te wijzigen in bestaande diensten of die te beëindigen (nieuw voor oud). Daarbij zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de gemeenschappelijke regeling.

    Besluit

    De volgende zienswijze naar voren te brengen op de Kadernota 2026 van Regionaal Bureau Leerplicht Brabant Noordoost (RBL BNO):

    • De gemeenteraad ziet heldere ambities van RBL BNO en steunt het beleidskader 2026-2029.
    • De gemeenteraad spreekt waardering uit voor de wijze waarop RBL BNO functioneert en geeft een positieve zienswijze op continuering van de formatie. We gaan ervan uit dat er geen aanvullende gemeentelijke bijdrage nodig is in de voorbereiding van de wetwijziging ‘Van werk naar duurzaam Werk’,
    • De gemeenteraad is zich bewust dat RBL BNO de financiën van dit beleidsplan heeft gebaseerd op de informatie die nu beschikbaar is en is het eens met dit uitgangspunt. We vragen wel rekening te houden met ruimte voor het geven van een zienswijze wanneer er meer duidelijk is over deze financiën.
    • Alle gemeenten moeten in het kader van het ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren.In uw kadernota hanteert u voor 2026 geen indexpercentage op de inwonerbijdrage, maar eenherverdeling van de gemeentelijke bijdrage op basis van inwoneraantal. Dit helpt gemeenten bij hun financiële opgave en wij ondersteunen uw keuze dan ook.

    Wij hebben alle gemeenschappelijke regelingen gevraagd om de ambities voor 2026 en de jaren 2027–2029 aan te passen op financiële omstandigheden. Voor het jaar 2026 heeft u in de Kadernota geen indexering opgenomen. Voor de jaren daarna vragen wij u ook om te anticiperen op de financiële beperkingen.


    Wij zijn geen voorstander van een kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. U kunt dus ruimte creëren voor ontwikkelingen door te wijzigen in bestaande diensten of die te beëindigen (nieuw voor oud). Daarbij zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de gemeenschappelijke regeling.

    Unaniem besloten.

  12. 7.e

    Op 9 mei 2022 is een voorlopig besluit genomen om in te stemmen met een bedrijfsbestemming aan de Speekstraat 3, in Volkel. Sinds 1982 was daar een rundveebedrijf gevestigd, maar zij zijn inmiddels gestopt. De initiatiefnemer wil op dezelfde locatie een agrarisch technisch hulpbedrijf starten. De bestaande gebouwen worden gebruikt voor het nieuwe bedrijf, en de bedrijfswoning die nu in het gebouw zit, wordt op een andere plek op het terrein opnieuw gebouwd. Het bestemmingsplan heeft van 20 december 2023 tot en met 30 januari 2024 ter inzage gelegen. Als je een plan maakt, dan kan iedereen 6 weken lang het plan bekijken. Als je een opmerking hebt over het plan of je bent het er niet mee eens, dan kun je dit aangeven. Je dient dan, zoals dat heet, een zienswijze in. Er is één zienswijze ingediend tegen het bestemmingsplan.


    Het plan is nu zover dat de gemeenteraad er een beslissing over mag nemen. Er wordt aan de gemeenteraad gevraagd om ‘ja’ te zeggen tegen dit plan.

    Stemuitslag

    voor 100%
    voor
    Fractie CDA (4), Fractie Forum voor Democratie (1), Fractie Gewoon Uden (2), Fractie GroenLinks (1), Fractie Jong Maashorst (6), Fractie Maashorst Vooruit (3), Fractie PRO (1), Fractie SP (3), Fractie UdenPlusLanderd (2), Fractie Voor de Dorpen (2), Fractie VVD (2)

    Voorgesteld besluit

    1. In te stemmen met de Nota van zienswijzen. 
    2. Het bestemmingsplan ‘Speekstraat 3, Volkel’ gewijzigd vast te stellen. 
    3. Geen exploitatieplan vast te stellen

    Besluit

    1. In te stemmen met de Nota van zienswijzen. 
    2. Het bestemmingsplan ‘Speekstraat 3, Volkel’ gewijzigd vast te stellen. 
    3. Geen exploitatieplan vast te stellen

    Unaniem besloten.

  13. 7.f

    De gemeente heeft een beleid om misbruik en onjuist gebruik te voorkomen. Dit beleid is belangrijk om goed te kunnen functioneren en de risico’s van misbruik en onjuist gebruik zo klein mogelijk te maken. Daarnaast is het ook nodig vanwege landelijke regels over verantwoording van uitgaven, die het college bij de jaarrekening afgeeft. En is het verplicht vanuit de financiële regels van de gemeente Maashorst, die sinds 1 januari 2024 gelden. Dit nieuwe beleid wordt aan de raad voorgelegd, om de regels en het beleid vast te stellen.

    Stemuitslag

    voor 100%
    voor
    Fractie CDA (4), Fractie Forum voor Democratie (1), Fractie Gewoon Uden (2), Fractie GroenLinks (1), Fractie Jong Maashorst (6), Fractie Maashorst Vooruit (3), Fractie PRO (1), Fractie SP (3), Fractie UdenPlusLanderd (2), Fractie Voor de Dorpen (2), Fractie VVD (2)

    Voorgesteld besluit

    1. Het beleidskader Misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) gemeente Maashorst vast te stellen.

    Besluit

    1. Het beleidskader Misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) gemeente Maashorst vast te stellen.

    Unaniem besloten.

  14. 7.g

    De Belastingsamenwerking Oost-Brabant is een gemeenschappelijke regeling van waterschap Aa en maas en 9 gemeenten, te weten Asten, Bernheze, Boekel, Deurne, Gemert-Bakel, Laarbeek, Maashorst, Oss en Someren. Daarnaast heeft BSOB een dienstverleningsovereenkomst afgesloten met de Dienst Dommelvallei, het samenwerkingsverband van de gemeentes Nuenen, Son en Breugel en Geldrop-Mierlo. Voor de deelnemende gemeenten voert de BSOB de heffing en invordering van de lokale belastingen uit, als ook de waardering van de WOZ-objecten. 


    De kadernota 2026 heeft het doel om inzicht te verschaffen in het beleid van de BSOB en om globaal de financiële gevolgen van het beleid voor 2026 en de hierop volgende jaren in beeld te brengen. De kadernota omvat de kaderstelling waarbinnen de begroting 2026-2029 moet worden opgesteld Beoogd effect. De kadernota is de eerste stap naar de begroting van de BSOB voor 2026. Via deze zienswijze geeft de Raad aandachtspunten mee aan de BSOB die worden meegenomen in de uitwerking van de begroting voor 2026.

    Stemuitslag

    voor 100%
    voor
    Fractie CDA (4), Fractie Forum voor Democratie (1), Fractie Gewoon Uden (2), Fractie GroenLinks (1), Fractie Jong Maashorst (6), Fractie Maashorst Vooruit (3), Fractie PRO (1), Fractie SP (3), Fractie UdenPlusLanderd (2), Fractie Voor de Dorpen (2), Fractie VVD (2)

    Voorgesteld besluit

    1. De volgende zienswijze naar voren te brengen op de kadernota 2026 van Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB): 


    In uw kadernota hanteert u voor 2026 een indexpercentage op de inwonerbijdrage. Inmiddels is duidelijk dat alle gemeenten in het kader van het Ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes moeten maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren. Daarom verzoeken wij u om de bijdrage van 2025 als uitgangspunt te hanteren voor 2026 en de ambities voor 2026 en de jaren 2027–2029 hierop aan te passen, zodat de bijdrage voor de gemeente niet verhoogd wordt. We gaan er daarom vanuit dat u als gemeenschappelijke regeling zelf uw eigen loon- en prijsstijgingen opvangt met ombuigingen.


    Daarnaast bevat uw kadernota momenteel veel ambities die nog niet financieel zijn geduid en is er nog geen reëel beeld hoe de deelnemersbijdrage de komende jaren gaat ontwikkelen. Dit is niet wenselijk omdat er geen financiële ruimte meer zit in de gemeentelijke begroting voor tussentijdse bijstellingen van de deelnemersbijdrage. Er zal dekking van eventuele nieuwe taken gevonden moeten worden binnen de eigen begroting. U kunt dus ruimte creëren voor nieuwe ontwikkelingen door te wijzigen in bestaande diensten of die te beëindigen (nieuw voor oud). 


    Wij zijn geen voorstander van een kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. In de begroting 2026, en zo mogelijk nog in de kadernota 2026. Daarbij zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de gemeenschappelijke regeling. Wat ons betreft kan met die keuzes direct een start worden gemaakt zodat de effecten zo snel mogelijk zichtbaar zijn.

    Besluit

    1. De volgende zienswijze naar voren te brengen op de kadernota 2026 van Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB): 


    In uw kadernota hanteert u voor 2026 een indexpercentage op de inwonerbijdrage. Inmiddels is duidelijk dat alle gemeenten in het kader van het Ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes moeten maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren. Daarom verzoeken wij u om de bijdrage van 2025 als uitgangspunt te hanteren voor 2026 en de ambities voor 2026 en de jaren 2027–2029 hierop aan te passen, zodat de bijdrage voor de gemeente niet verhoogd wordt. We gaan er daarom vanuit dat u als gemeenschappelijke regeling zelf uw eigen loon- en prijsstijgingen opvangt met ombuigingen.


    Daarnaast bevat uw kadernota momenteel veel ambities die nog niet financieel zijn geduid en is er nog geen reëel beeld hoe de deelnemersbijdrage de komende jaren gaat ontwikkelen. Dit is niet wenselijk omdat er geen financiële ruimte meer zit in de gemeentelijke begroting voor tussentijdse bijstellingen van de deelnemersbijdrage. Er zal dekking van eventuele nieuwe taken gevonden moeten worden binnen de eigen begroting. U kunt dus ruimte creëren voor nieuwe ontwikkelingen door te wijzigen in bestaande diensten of die te beëindigen (nieuw voor oud). 


    Wij zijn geen voorstander van een kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. In de begroting 2026, en zo mogelijk nog in de kadernota 2026. Daarbij zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de gemeenschappelijke regeling. Wat ons betreft kan met die keuzes direct een start worden gemaakt zodat de effecten zo snel mogelijk zichtbaar zijn.

    Unaniem besloten.

  15. 7.h

    De Kadernota is het startpunt van het begrotingsjaar 2026. De Omgevingsdienst Brabant-Noord (ODBN) biedt de Kadernota 2026 aan. Hiermee informeren zij ons over nieuwe ontwikkelingen binnen de wettelijke kaders van milieu, natuurbescherming, bouwen en wonen. De ODBN gaat hiermee zoveel als mogelijk bij de uitvoering van haar taken rekening houden. In 2026 vormt de Omgevingswet het integrale, wettelijk kader voor de fysieke leefomgeving. Het reguliere takenpakket van de ODBN bestaat uit basistaken, collectieve taken en verzoektaken. De ODBN geeft de deelnemers de gelegenheid om een reactie te geven over de Kadernota 2026. De reacties worden gewogen om daarmee een zo goed mogelijke begroting 2026 op te stellen. In de volgende stap, bij de behandeling van de begroting 2026 van de ODBN, krijgt de gemeenteraad de gelegenheid om zienswijzen in te dienen.

    Stemuitslag

    voor 100%
    voor
    Fractie CDA (4), Fractie Forum voor Democratie (1), Fractie Gewoon Uden (2), Fractie GroenLinks (1), Fractie Jong Maashorst (6), Fractie Maashorst Vooruit (3), Fractie PRO (1), Fractie SP (3), Fractie UdenPlusLanderd (2), Fractie Voor de Dorpen (2), Fractie VVD (2)

    Voorgesteld besluit

    1. De raad voor te stellen om de volgende zienswijze op de Kadernota 2026 van de ODBN naar voren te brengen: 
      In uw Kadernota hanteert u voor 2026 een indexpercentage op de inwonerbijdrage. Inmiddels is duidelijk dat alle gemeenten in het kader van het ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes moeten maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren. Daarom verzoeken wij u om de bijdrage van 2025 als uitgangspunt te hanteren voor 2026 en de ambities voor 2026 en de jaren 2027–2029 hierop aan te passen, zodat de bijdrage voor de gemeente niet verhoogd wordt. We gaan er daarom vanuit dat u als gemeenschappelijke regeling zelf uw eigen loon- en prijsstijgingen opvangt met ombuigingen. 


    Wij zijn geen voorstander van een kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. In de begroting 2026, en zo mogelijk nog in de kadernota 2026. Daarbij zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de gemeenschappelijke regeling. Wat ons betreft kan met die keuzes direct een start worden gemaakt zodat de effecten zo snel mogelijk zichtbaar zijn.


    Los van de zienswijze vragen wij u aandacht voor de Kaderrichtlijn Water. Hieraan wordt in de Kadernota slechts summier aandacht geschonken terwijl ons een grote opgave wacht.

    Besluit

    1. De raad voor te stellen om de volgende zienswijze op de Kadernota 2026 van de ODBN naar voren te brengen: 
      In uw Kadernota hanteert u voor 2026 een indexpercentage op de inwonerbijdrage. Inmiddels is duidelijk dat alle gemeenten in het kader van het ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes moeten maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren. Daarom verzoeken wij u om de bijdrage van 2025 als uitgangspunt te hanteren voor 2026 en de ambities voor 2026 en de jaren 2027–2029 hierop aan te passen, zodat de bijdrage voor de gemeente niet verhoogd wordt. We gaan er daarom vanuit dat u als gemeenschappelijke regeling zelf uw eigen loon- en prijsstijgingen opvangt met ombuigingen. 


    Wij zijn geen voorstander van een kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. In de begroting 2026, en zo mogelijk nog in de kadernota 2026. Daarbij zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de gemeenschappelijke regeling. Wat ons betreft kan met die keuzes direct een start worden gemaakt zodat de effecten zo snel mogelijk zichtbaar zijn.


    Los van de zienswijze vragen wij u aandacht voor de Kaderrichtlijn Water. Hieraan wordt in de Kadernota slechts summier aandacht geschonken terwijl ons een grote opgave wacht.

    Unaniem besloten.

  16. 8

    Door de raadscommissies zijn onderstaande raadsvoorstellen geagendeerd voor bespreking.

  17. 8.a

    Het bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord (VRBN) heeft op grond van artikel 34b van de Wet gemeenschappelijke regelingen de deelnemende gemeenten gevraagd een zienswijze te geven op de concept Kaderbrief 2026. Het algemeen bestuur van de VRBN zal op 20 maart 2025 een besluit nemen over de Kaderbrief 2026, waarbij de ingediende zienswijzen worden betrokken. Gemeente Maashorst participeert in de adoptiegroep waarin het adoptieadvies opgesteld wordt. De Kaderbrief 2026 beschrijft de beleidsmatige en financiële kaders voor de uitvoering van het beleidsplan 2024-2027 ‘Samenwerken aan veerkracht en veiligheid’ en bevat twee onontkoombare ontwikkelingen waarvoor aanvullende financiering noodzakelijk is. De raad wordt gevraagd uiterlijk 6 maart 2025 een zienswijze in te dienen.

    Stemuitslag

    voor 100%
    voor
    Fractie CDA (4), Fractie Forum voor Democratie (1), Fractie Gewoon Uden (2), Fractie GroenLinks (1), Fractie Jong Maashorst (6), Fractie Maashorst Vooruit (3), Fractie PRO (1), Fractie SP (3), Fractie UdenPlusLanderd (2), Fractie Voor de Dorpen (2), Fractie VVD (2)

    Voorgesteld besluit

    De volgende zienswijze naar voren brengen op de Kaderbrief 2026 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord: 


    In uw Kaderbrief hanteert u voor 2026 een indexpercentage op de inwonerbijdrage. Inmiddels is duidelijk dat alle gemeenten in het kader van het Ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes moeten maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren. Daarom verzoeken wij u om de bijdrage van 2025 als uitgangspunt te hanteren voor 2026 en de ambities voor 2026 en de jaren 2027–2029 hierop aan te passen, zodat de bijdrage voor de gemeente niet verhoogd wordt. We gaan er daarom vanuit dat u als gemeenschappelijke regeling zelf uw eigen loon- en prijsstijgingen opvangt met ombuigingen. Daarnaast zal dekking van eventuele nieuwe taken gevonden moeten worden binnen de eigen begroting. U kunt dus ruimte creëren voor nieuwe ontwikkelingen door te wijzigen in bestaande diensten of die te beëindigen (nieuw voor oud). 


    Wij zijn geen voorstander van een kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. In de begroting 2026, en zo mogelijk nog in de Kaderbrief 2026. Daarbij zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de Veiligheidsregio. Wat ons betreft kan met die keuzes direct een start worden gemaakt zodat de effecten zo snel mogelijk zichtbaar zijn. 


    Wij zien dat de rijksuitkeringen niet voldoende zijn en gaan ervanuit dat deze door het rijk worden opgelost of anders ook de veiligheidsregio hier een deel van het tekort voor haar rekening neemt. T.a.v. de exceptionele prijsstijgingen heeft iedere organisatie mee te maken en wij zien graag een plan van aanpak tegemoet om deze exceptionele prijsstijgingen op te vangen.

    Besluit

    De volgende zienswijze naar voren brengen op de Kaderbrief 2026 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord: 


    In uw Kaderbrief hanteert u voor 2026 een indexpercentage op de inwonerbijdrage. Inmiddels is duidelijk dat alle gemeenten in het kader van het Ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes moeten maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren. Daarom verzoeken wij u om de bijdrage van 2025 als uitgangspunt te hanteren voor 2026 en de ambities voor 2026 en de jaren 2027–2029 hierop aan te passen, zodat de bijdrage voor de gemeente niet verhoogd wordt. We gaan er daarom vanuit dat u als gemeenschappelijke regeling zelf uw eigen loon- en prijsstijgingen opvangt met ombuigingen. Daarnaast zal dekking van eventuele nieuwe taken gevonden moeten worden binnen de eigen begroting. U kunt dus ruimte creëren voor nieuwe ontwikkelingen door te wijzigen in bestaande diensten of die te beëindigen (nieuw voor oud). 


    Wij zijn geen voorstander van een kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. In de begroting 2026, en zo mogelijk nog in de Kaderbrief 2026. Daarbij zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de Veiligheidsregio. Wat ons betreft kan met die keuzes direct een start worden gemaakt zodat de effecten zo snel mogelijk zichtbaar zijn. 


    Wij zien dat de rijksuitkeringen niet voldoende zijn en gaan ervanuit dat deze door het rijk worden opgelost of anders ook de veiligheidsregio hier een deel van het tekort voor haar rekening neemt. T.a.v. de exceptionele prijsstijgingen heeft iedere organisatie mee te maken en wij zien graag een plan van aanpak tegemoet om deze exceptionele prijsstijgingen op te vangen.

    Unaniem besloten.

  18. 8.b

    In de Wet publieke gezondheid (Wpg) staat dat gemeenten een gemeentelijke gezondheidsdienst moeten hebben. De 19 gemeenten in Midden-Brabant en Brabant-Noordoost hebben hiervoor samen de Gemeenschappelijke Regeling GGD Hart voor Brabant (GGD) opgezet. De GGD zorgt voor de gezondheid van alle inwoners en let extra op kwetsbare mensen en jongeren. De GGD heeft de kadernota 2026 naar de gemeenteraden van de gemeenten gestuurd. Deze nota laat zien welke belangrijke punten de GGD gebruikt voor de begroting van 2026. De gemeenteraad kan via een zienswijze zijn ideeën geven over het beleid en/of de financiën van de GGD

    Stemuitslag

    voor 85%
    tegen 15%
    voor
    Fractie CDA (4), Fractie Gewoon Uden (2), Fractie GroenLinks (1), Fractie Jong Maashorst (6), Fractie Maashorst Vooruit (3), Fractie PRO (1), Fractie UdenPlusLanderd (2), Fractie Voor de Dorpen (2), Fractie VVD (2)
    tegen
    Fractie Forum voor Democratie (1), Fractie SP (3)

    Voorgesteld besluit

    De volgende zienswijze naar voren te brengen op de kadernota 2026 van de GGD Hart voor Brabant:


    a. In de kadernota hanteert u voor 2026 een indexpercentage op de inwonerbijdrage. Inmiddels is duidelijk dat alle gemeenten in het kader van het Ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes moeten maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenteschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren. Daarom verzoeken wij u om de bijdrage van 2025 als uitgangspunt te hanteren voor 2026 en de ambities voor 2026 en de jaren 2027-2029 hierop aan te passen, zodat de bijdrage voor de gemeente niet verhoogd wordt. We gaan er daarom vanuit dat u als gemeenschappelijke regeling zelf uw eigen loon- en prijsstijgingen opvangt met ombuigingen. Daarnaast zal dekking van eventuele nieuwe taken gevonden moeten worden binnen de eigen begroting. U kunt dus ruimte creëren voor nieuwe ontwikkelingen door te wijzigingen in bestaande diensten of die te beëindigen (nieuw voor oud). Wij zijn geen voorstander van de kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. In de begroting 2026, en zo mogelijk nog in de kadernota 2026, zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de gemeenschappelijke regeling. Wat ons betreft kan met die keuzes direct een start worden gemaakt zodat de effecten zo snel mogelijk zichtbaar zijn.


    b. We verwachten dat er bij het maken van keuzes een duidelijkere verbinding met het transitieplan en het beleidsplan, met name het onderdeel ‘GGD als organisatie voor en van mensen’ gemaakt zal worden, waarbij: 
    i. Onderbouwing van nut en noodzaak in relatie tot de doelen uit het transitieplan en beleidsplan nodig is voor het toevoegen van nieuwe taken. Op onderdelen ontbreekt de link in deze kadernota;  
    ii. We de GGD oproepen om hun gedurfde geluid te laten horen. Waarbij de GGD kritisch kijkt naar hun activiteiten. Leg aan gemeenten voor welke taken, binnen de vastgestelde doelen, kunnen vervallen of verminderen. En leg daarbij aanvullend aan gemeenten voor welke doelen bijgesteld zouden kunnen worden, waardoor taken kunnen vervallen/verminderen. Benoem daarbij de impact. Dit ontbreekt in deze kadernota. 
    iii. We toejuichen dat de GGD bezig is met innovatie en de mogelijkheden van AI verkent. We daarbij wel mee willen geven dat indien nodig persoonlijk contact altijd mogelijk moet zijn. 


    c. Er rekening mee te houden dat gemeenten tijdig worden betrokken bij en goed op de hoogte worden gehouden van de samenwerking met de GGD West-Brabant. Waarbij: 
    i. We de samenwerking met als doel efficiënter en effectiever te kunnen werken ondersteunen; 
    ii. Een fusie of stappen in die richting wat ons betreft niet aan de orde is zonder gemeenten hierin te kennen. 


    d. Bij de financiën rekening te houden met: 
    i. Dat de term budgetneutraliteit niet passend is voor alle (individuele) gemeenten. Wel passend is ‘gemeenten ontvangen voor deze taak een extra toevoeging aan het gemeentefonds’; 
    ii. Dat niet alle specifieke uitkeringen (SPUK) per definitie onderdeel zijn van het basispakket of betrekking hebben op een nieuwe wettelijke taak en dat de specifieke uitkeringen daarmee niet per definitie onderdeel (kunnen) worden van de inwonersbijdrage.

    Besluit

    De volgende zienswijze naar voren te brengen op de kadernota 2026 van de GGD Hart voor Brabant:


    a. In de kadernota hanteert u voor 2026 een indexpercentage op de inwonerbijdrage. Inmiddels is duidelijk dat alle gemeenten in het kader van het Ravijnjaar 2026 scherpe financiële keuzes moeten maken. Wij verwachten dan ook dat gemeenteschappelijke regelingen hierin hun bijdrage leveren. Daarom verzoeken wij u om de bijdrage van 2025 als uitgangspunt te hanteren voor 2026 en de ambities voor 2026 en de jaren 2027-2029 hierop aan te passen, zodat de bijdrage voor de gemeente niet verhoogd wordt. We gaan er daarom vanuit dat u als gemeenschappelijke regeling zelf uw eigen loon- en prijsstijgingen opvangt met ombuigingen. Daarnaast zal dekking van eventuele nieuwe taken gevonden moeten worden binnen de eigen begroting. U kunt dus ruimte creëren voor nieuwe ontwikkelingen door te wijzigingen in bestaande diensten of die te beëindigen (nieuw voor oud). Wij zijn geen voorstander van de kaasschaafmethode, wij verwachten inhoudelijke keuzes, die leiden tot het gewenste budgettaire effect. De verantwoordelijkheid voor het maken van die keuzes leggen we bij u neer. In de begroting 2026, en zo mogelijk nog in de kadernota 2026, zien wij graag terug wat dit betekent voor de ambities van de gemeenschappelijke regeling. Wat ons betreft kan met die keuzes direct een start worden gemaakt zodat de effecten zo snel mogelijk zichtbaar zijn.


    b. We verwachten dat er bij het maken van keuzes een duidelijkere verbinding met het transitieplan en het beleidsplan, met name het onderdeel ‘GGD als organisatie voor en van mensen’ gemaakt zal worden, waarbij: 
    i. Onderbouwing van nut en noodzaak in relatie tot de doelen uit het transitieplan en beleidsplan nodig is voor het toevoegen van nieuwe taken. Op onderdelen ontbreekt de link in deze kadernota;  
    ii. We de GGD oproepen om hun gedurfde geluid te laten horen. Waarbij de GGD kritisch kijkt naar hun activiteiten. Leg aan gemeenten voor welke taken, binnen de vastgestelde doelen, kunnen vervallen of verminderen. En leg daarbij aanvullend aan gemeenten voor welke doelen bijgesteld zouden kunnen worden, waardoor taken kunnen vervallen/verminderen. Benoem daarbij de impact. Dit ontbreekt in deze kadernota. 
    iii. We toejuichen dat de GGD bezig is met innovatie en de mogelijkheden van AI verkent. We daarbij wel mee willen geven dat indien nodig persoonlijk contact altijd mogelijk moet zijn. 


    c. Er rekening mee te houden dat gemeenten tijdig worden betrokken bij en goed op de hoogte worden gehouden van de samenwerking met de GGD West-Brabant. Waarbij: 
    i. We de samenwerking met als doel efficiënter en effectiever te kunnen werken ondersteunen; 
    ii. Een fusie of stappen in die richting wat ons betreft niet aan de orde is zonder gemeenten hierin te kennen. 


    d. Bij de financiën rekening te houden met: 
    i. Dat de term budgetneutraliteit niet passend is voor alle (individuele) gemeenten. Wel passend is ‘gemeenten ontvangen voor deze taak een extra toevoeging aan het gemeentefonds’; 
    ii. Dat niet alle specifieke uitkeringen (SPUK) per definitie onderdeel zijn van het basispakket of betrekking hebben op een nieuwe wettelijke taak en dat de specifieke uitkeringen daarmee niet per definitie onderdeel (kunnen) worden van de inwonersbijdrage.

    De heer Bethlehem (Forum voor Democratie) legt als stemverklaring af dat de GGD helemaal niet bezig is met gezondheid, maar slechts met het uitvoeren van protocollair handelen. Aangezien in 2026 kennelijk sprake is van een ravijnjaar, wil hij voorstellen om de volledige bijdrage aan de GGD stop te zetten.


    Het voorliggende raadsvoorstel wordt aangenomen met 23 stemmen voor (Jong Maashorst, CDA, Voor de Dorpen, Maashorst Vooruit, VVD, Gewoon Uden, UdenPlusLanderd, PRO en GroenLinks) en 4 stem tegen (SP en Forum voor Democratie).

  19. 8.c

    De gemeente heeft beleid over hoe ze met grond omgaan. Elk jaar moeten de grondprijzen opnieuw bekeken worden. Dit staat in de Nota Grondbeleid. Deze prijzen worden jaarlijks gecontroleerd door externe deskundigen, bestaande uit twee taxateurs van verschillende bureaus en een lokale makelaar die elk jaar wisselt. De prijzen kunnen verschillen door bijvoorbeeld bouwmogelijkheden, kenmerken van het perceel en de locatie.

    Stemuitslag

    voor 100%
    voor
    Fractie CDA (4), Fractie Forum voor Democratie (1), Fractie Gewoon Uden (2), Fractie GroenLinks (1), Fractie Jong Maashorst (6), Fractie Maashorst Vooruit (3), Fractie PRO (1), Fractie SP (3), Fractie UdenPlusLanderd (2), Fractie Voor de Dorpen (2), Fractie VVD (2)

    Voorgesteld besluit

    1. De grondprijzen bouwkavels 2025 vast te stellen zoals opgenomen in bijlage 3 en daarmee aan te sluiten bij het advies van de taxatiecommissie voor grondprijzen 2025.
    2. De grondprijzen voor reststroken 2025 vast te stellen zoals opgenomen in bijlage 3.
    3. Prijsafspraken in lopende reserveringen/opties/overeenkomsten te respecteren gedurende de looptijd van de gemaakte afspraken.
    4. Het college te mandateren om in voorkomende gevallen met maximaal 25% van de grondprijzen 2025 uit bijlage 3 af te wijken op voorwaarde dat de afwijkende grondprijs marktconform is.
    Deze bevoegdheid geldt enkel als:
    · een kavel een incourante ligging heeft;
    · een kavel een incourante vorm heeft;
    · reststroken bij kavels aanwezig zijn;
    · een bedrijfskavel verkocht kan worden aan een bedrijf met een groot aantal arbeidsplaatsen en/of uit concurrentieoverwegingen.
    In gevallen afwijkend op de bovengenoemde uitzonderingen zal het college vooraf met een raadsinformatiebrief naar de raad dienen te komen, waarbij marktconformiteit aangetoond moet worden.

    Besluit

    1. De grondprijzen bouwkavels 2025 vast te stellen zoals opgenomen in bijlage 3 en daarmee aan te sluiten bij het advies van de taxatiecommissie voor grondprijzen 2025.
    2. De grondprijzen voor reststroken 2025 vast te stellen zoals opgenomen in bijlage 3.
    3. Prijsafspraken in lopende reserveringen/opties/overeenkomsten te respecteren gedurende de looptijd van de gemaakte afspraken.
    4. Het college te mandateren om in voorkomende gevallen met maximaal 25% van de grondprijzen 2025 uit bijlage 3 af te wijken op voorwaarde dat de afwijkende grondprijs marktconform is.
    Deze bevoegdheid geldt enkel als:
    · een kavel een incourante ligging heeft;
    · een kavel een incourante vorm heeft;
    · reststroken bij kavels aanwezig zijn;
    · een bedrijfskavel verkocht kan worden aan een bedrijf met een groot aantal arbeidsplaatsen en/of uit concurrentieoverwegingen.
    In gevallen afwijkend op de bovengenoemde uitzonderingen zal het college vooraf met een raadsinformatiebrief naar de raad dienen te komen, waarbij marktconformiteit aangetoond moet worden.

    Het amendement 'Grondprijzen rijwoningen Volkel, Odiliapeel en Reek' wordt verworpen met 7 stemmen voor (VVD, SP en Gewoon Uden) en 20 stemmen tegen (Jong Maashorst, CDA, Voor de Dorpen, Maashorst Vooruit, UdenPlusLanderd, PRO, Forum voor Democratie en GroenLinks).


    De heer De Vroomen (VVD) legt als stemverklaring bij het voorstel af dat over de methodiek natuurlijk verschild kan worden en dat hij teleurgesteld is dat qua beeldvorming zijn amendement niet is aangenomen. Dat had voor de totale kijk op de raad en de gemeente Maashorst beter geweest.


    Het voorstel wordt unaniem aangenomen.

    Amendementen

    Titel
    Amendement VVD over Grondprijzen rijwoningen Volkel, Odiliapeel en Reek
  20. 8.d

    Kerkstraat-Oost is een project waarbij de gemeente Maashorst bouwgrond klaarmaakt en verkoopt in het centrum van Zeeland. In totaal worden hier 70 woningen gebouwd. Tot nu toe zijn bijna 58 woningen gebouwd en opgeleverd, waarvan 30 sociale huurwoningen. Voor 12 woningen moeten de bouwgronden nog verkocht worden aan ontwikkelaars. In het begin was het plan om 12 koopwoningen te bouwen: 7 rijwoningen en 5 patiowoningen. Nu is er de mogelijkheid om de grond van 7 woningen te verkopen aan woningcorporatie Mooiland voor sociale huurwoningen. Hiervoor moet een lagere grondprijs worden berekend.



    Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om akkoord te gaan met de programmawijziging en de grondprijzen hierop aan te passen.

    Stemuitslag

    voor 100%
    voor
    Fractie CDA (4), Fractie Forum voor Democratie (1), Fractie Gewoon Uden (2), Fractie GroenLinks (1), Fractie Jong Maashorst (6), Fractie Maashorst Vooruit (3), Fractie PRO (1), Fractie SP (3), Fractie UdenPlusLanderd (2), Fractie Voor de Dorpen (2), Fractie VVD (2)

    Voorgesteld besluit

    1. In te stemmen met de verkoop van gronden in het projectgebied Kerkstraat Oost voor 7 sociale huurwoningen in plaats van 7 koop rijwoningen.
    2. De 6e begrotingswijziging van 2025 vast te stellen.

    Besluit

    1. In te stemmen met de verkoop van gronden in het projectgebied Kerkstraat Oost voor 7 sociale huurwoningen in plaats van 7 koop rijwoningen.
    2.  De 6e begrotingswijziging van 2025 vast te stellen.

    Unaniem aangenomen.

  21. 9

    Op 24 februari 2025 heeft SP een motie vreemd aan de orde van de dag aangekondigd met als onderwerp 'Voor een stabiele basis in plaats van zelfredzaamheid'. De motie wordt mede ingediend door UdenPlusLanderd.

    Stemuitslag

    voor 19%
    tegen 81%
    voor
    Fractie SP (3), Fractie UdenPlusLanderd (2)
    tegen
    Fractie CDA (4), Fractie Forum voor Democratie (1), Fractie Gewoon Uden (2), Fractie GroenLinks (1), Fractie Jong Maashorst (6), Fractie Maashorst Vooruit (3), Fractie PRO (1), Fractie Voor de Dorpen (2), Fractie VVD (2)

    Besluit

    De motie 'Voor een stabiele basis in plaats van zelfredzaamheid' wordt verworpen met 5 stemmen voor (SP en UdenPlusLanderd) en 22 stemmen tegen (Jong Maashorst, CDA, Voor de Dorpen, Maashorst Vooruit, VVD, Gewoon Uden, PRO, Forum voor Democratie en GroenLinks).

    Moties

    Titel
    Voor een stabiele basis in plaats van zelfredzaamheid
  22. 10

    Besluit

    Niet van toepassing.

    De voorzitter sluit de vergadering om 20.53 uur.