Commissievergadering Ruimte, Economie en Financiën

De commissie wordt gevraagd de conceptagenda vast te stellen.

Inwoners kunnen tijdens dit agendapunt het woord voeren (spreekrecht) over niet geagendeerde onderwerpen het werkveld van de commissie betreffende. Er kan ook ingesproken worden over onderwerpen die op de agenda staan. Het inspreken geschiedt dan bij aanvang van het betreffende agendapunt.

Insprekers dienen zich anderhalve dag voor de vergadering bij de commissiegriffier aan te melden.

• De heer Peene spreekt in over het plan Eikenheuvel in Uden

De commissie wordt gevraagd de besluitenlijst van de vorige vergadering vast te stellen.

De overzichten zijn ter vaststelling door de commissie bijgevoegd.

Commissieleden die tijdens de rondvraag vragen willen stellen, melden dit onder aanduiding van het onderwerp ten minste 24 uur voor aanvang van de vergadering schriftelijk via de griffie bij de voorzitter van de vergadering. Er vindt geen debat plaats.

1. De fractie Voor de Dorpen heeft vragen voor de rondvraag ingediend over Versoepeling regels mantelzorgwoningen Maashorst.
2. De fractie Maashorst Vooruit heeft vragen voor de rondvraag ingediend over Verblijfsvoorzieningen bouwwerkafhankelijke beschermde dieren.

De portefeuillehouder van algemeen of dagelijks bestuur van een gemeenschappelijke regeling of van een samenwerkingsverband of raadsleden die zitting hebben in een gemeenschappelijk klankbordgroep informeert/ informeren de raad over belangrijke ontwikkelingen bij gemeenschappelijke regelingen en andere samenwerkingsverbanden.

Elke fractie die een informatienota, ingekomen stuk, beantwoording van schriftelijke vragen of ander onderwerp voor de commissievergadering voor dit agendapunt wil agenderen, meldt dat bij de agendacommissie. Het aanmelden van een agendapunt, met motivatie en bespreekdoel, kan tot 12.00 uur op de dag van de agendacommissie bij de griffie.

Het bestemmingsplan Veegplan Buitengebied Uden brengt alle wijzigingen en verbeteringen samen die sinds 2014 nodig zijn gebleken, zoals correcties op eerdere plannen, ingediende vergunningen en aanpassingen na een uitspraak van de Raad van State. Tijdens de inspraakperiode van zes weken zijn er 12 zienswijzen ingediend, waarvan er vier hebben geleid tot aanpassingen in het plan. Deze wijzigingen betreffen o.a. correcties op elektronische fouten, aanvullingen over bestaande rechten en verbeteringen van regels en kaartmateriaal. Er zijn algemene verbeteringen doorgevoerd op basis van ervaringen uit het verleden en ontwikkelingen in beleid. Voorbeelden zijn een aangescherpte sloop-/bonusregeling en aanpassingen in de grenzen en regels van het plangebied. Daarnaast zijn in totaal 16 nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen opgenomen, bijvoorbeeld herbestemmingen of nieuwe functies voor percelen. Deze zijn gebaseerd op aangeleverde ruimtelijke onderbouwingen en voldoen aan milieutechnische en landschappelijke eisen. Het doel van het veegplan is een duidelijk en up-to-date bestemmingsplan voor Uden, Volkel en Odiliapeel. Het plan houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen, wettelijke eisen en duurzaamheid.

1. In te stemmen met de bijgevoegde “Nota van zienswijzen”;
2. Het bestemmingsplan “Veegplan Buitengebied Uden” gewijzigd vast te stellen; 
3. Geen exploitatieplan vast te stellen.

De gemeente Maashorst heeft te weinig bedrijfsgrond beschikbaar om aan de groeiende vraag te voldoen, vooral in de regio Uden. Om dit op te lossen, wil de gemeente het bestaande bedrijventerrein Goorkens-Hoogveld uitbreiden met een nieuw terrein, Hoogveld-Zuid. De plannen hiervoor zijn sinds 2019 in ontwikkeling zijn gebaseerd op een regionaal besluit (RNOB) dat deze uitbreiding toestaat.

Het ontwerpbestemmingsplan voor Hoogveld-Zuid heeft van december 2023 tot februari 2024 ter inzage gelegen. In deze periode zijn 40 reacties ontvangen, waarvan enkele hebben geleid tot aanpassingen. Bewoners van het nabijgelegen buurtschap Lankes uitten bezwaren over de mogelijke impact op het open landschap en vroegen om aanpassingen. Om tegemoet te komen, heeft de gemeente onder andere de indeling aangepast, de maximale bouwhoogte beperkt, en een bredere groenstrook en bossingel toegevoegd voor extra afscherming.

Daarnaast zijn er duurzame maatregelen ingevoerd, zoals energiezuinige gebouwen, waterberging en extra groen. Voor netcongestie (beperking in energieaansluitingen) is aandacht, maar het effect hiervan is nog onzeker. Het financiële deel is goed geregeld, en met een positief economisch resultaat is het project uitvoerbaar.

De gemeenteraad wordt gevraagd het bestemmingsplan Hoogveld-Zuid gewijzigd vast te stellen en geen exploitatieplan vast te stellen.

1. De raad voorstellen:
a. In te stemmen met de Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen;
b. Het bestemmingsplan ‘Hoogveld-Zuid’ gewijzigd vast te stellen;
c. Geen exploitatieplan vast te stellen.

Als insprekers hebben zich aangemeld:

1. De heer H. Verhoeven
2. De heer R. Verhoeven

Op het terrein aan de Goorkensweg 1 in Uden, waar vroeger een tuincentrum stond, wil men nu een steenhandel met een bedrijfshal openen. Het huidige bestemmingsplan laat dit niet toe, dus moet er een nieuw bestemmingsplan worden vastgesteld door de gemeenteraad. Het nieuwe plan zorgt voor een beperkte uitbreiding van de bedrijfsgebouwen zonder woonruimte. Er zijn geen zienswijzen ingediend op het plan. Het perceel ligt tussen het buitengebied en een bedrijventerrein, wat goed past in het gemeentelijk en provinciaal beleid om bestaande bedrijventerreinen te hergebruiken. Het gebouw past goed in de omgeving. Ook voldoet de nieuwbouw aan duurzaamheidseisen. 

Het plan heeft geen invloed op de gemeentelijke begroting, want de initiatiefnemer betaalt de kosten. Daarom hoeft geen exploitatieplan vastgesteld te worden.

1. Het bestemmingsplan Goorkensweg 1, Uden met identificatienummer NL.IMRO.1991.BPGoorkensweg1-VG01 gewijzigd vast te stellen;
2. Geen exploitatieplan vast te stellen.

In 2017 onderzocht Senioren Brabant-Zeeland de woonbehoeften van senioren in Volkel. Uit dit onderzoek kwam het Dierenparkje naar voren als geschikte locatie voor woningbouw. Nu ligt er een plan klaar om hier 22 sociale huurwoningen te bouwen: 18 appartementen en 4 grondgebonden woningen. Het plan heeft inspraakrondes doorlopen en er zijn enkele wijzigingen aangebracht om evenementen in de buurt niet te belemmeren.
Hoewel de woningen niet wettelijk als seniorenwoningen kunnen worden bestempeld, heeft woningcorporatie Area toegezegd deze doelgroep te prioriteren. Daarnaast zijn er maatregelen nodig om geluidshinder van de nabijgelegen vliegbasis te beperken. De gemeente stelt een financieel plan op, met een positief verwacht resultaat, om de bouw mogelijk te maken. Dit project moet zowel senioren woonruimte bieden als de doorstroming op de woningmarkt bevorderen.

1. In te stemmen met de Nota zienswijzen bestemmingsplan Dierenparkje Volkel;
2. In te stemmen met de Nota ambtshalve wijzigingen bestemmingsplan Dierenparkje Volkel;
3. Het bestemmingsplan Dierenparkje Volkel gewijzigd vast te stellen;
4. De grondexploitatie voor het complex 40 Dierenparkje Volkel te openen;
5. Bijgaande begrotingswijziging nummer 21 van 2024 vast te stellen.

In Zeeland wordt het plan voor de bouw van twee patiobungalows aan de Rootstraat verder uitgewerkt. Op 6 april 2021 heeft het college van de voormalige gemeente Landerd hier al in principe mee ingestemd. 
Het bestemmingsplan is goed onderbouwd en voldoet aan alle ruimtelijke en milieutechnische eisen. De initiatiefnemer heeft zorgvuldig overleg gevoerd met omwonenden, waarbij vragen en zorgen zoveel mogelijk zijn behandeld. Een eerdere zienswijze over eigendomsdiscussies is ingetrokken na een schikking. Het plan heeft geen gevolgen voor provinciale of waterschapsbelangen en de kosten worden volledig gedragen door de initiatiefnemer. 
De woningen worden gebouwd volgens de geldende duurzaamheidseisen.

1. Het bestemmingsplan Rootstraat ong. Zeeland vast te stellen..
2. Geen exploitatieplan vast te stellen.

De gemeente heeft een nieuw beheer- en beleidsplan opgesteld voor de bos- en natuurterreinen, gericht op meer biodiversiteit, klimaatbestendig beheer en een balans tussen natuur en recreatie. Dit plan sluit aan op de omgevingsvisie en biedt richtlijnen voor duurzaam beheer door jaarlijks werkplannen op te stellen. Er wordt gestreefd naar bossen met meer variatie in houtsoorten en ontwikkelingsstadia, verbeterde waterhuishouding en een rijkere flora en fauna. Tegelijkertijd blijven de terreinen aantrekkelijk voor recreatie, met behoud van rustgebieden. Klimaatuitdagingen, zoals plagen en extreem weer, kunnen kosten verhogen, maar dit wordt beperkt door duurzame maatregelen, zoals klimaatbestendige aanplant en efficiënter gebruik van hout.

De netto beheerkosten voor 2025 bedragen €273.032,-, met een tijdelijk tekort van €43.000,- dat wordt gedekt uit een bestemmingsreserve. Vanaf 2026 wordt een hogere subsidie verwacht, waarmee het plan structureel haalbaar is.
Het plan, dat is opgesteld in samenwerking met een klankbordgroep, draagt bij aan duurzaamheid, recreatie en biodiversiteit en sluit aan op meerdere duurzame ontwikkelingsdoelen zoals een gezonde leefomgeving en verantwoord gebruik van natuurlijke hulpbronnen.

1. In te stemmen met het beheer- en beleidsplan bos- en natuurterreinen 2025-2042
2. De 3e begrotingswijziging van 2025 vast te stellen.

Dit beheerplan richt zich op een efficiënte en duurzame aanpak van openbaar groen en recreatieve voorzieningen, zoals bomen, beplanting, gras, speelplekken en straatmeubilair. De belangrijkste voorstellen zijn: het opheffen van de voorziening groot onderhoud groen en het overhevelen van het budget (€10.000 per jaar) naar inspecties van speeltoestellen en €200.000 voor niet-planmatige vervangingen in het Meerjaren Investeringsprogramma (MIP). Daarnaast wordt de overstap gemaakt naar een planmatige aanpak van vervangingen, gebaseerd op technische levensduur en conditie, en wordt het dagelijkse onderhoud voortgezet volgens de huidige werkwijze.

Met dit plan worden wettelijke verplichtingen nageleefd, beheerambities gerealiseerd en kapitaalgoederen duurzaam in stand gehouden. De aanpak draagt bij aan de groene ambities van de gemeente door duurzaam beheer en tijdige vervanging, wat de biodiversiteit en kwaliteit van het openbaar groen ten goede komt.

1. In te stemmen met het beheerplan openbaar groen en recreatieve voorzieningen 2025 -2028.
2. Het opheffen van de voorziening Groot onderhoud groen nadat aan alle lopende verplichtingen is voldaan.
3. De structurele dotatie aan de voorziening van € 198.708 vrij te laten vallen ten gunste van het begrotingssaldo.
4. Voor ‘de jaren 2025 en verder’ een bedrag van € 10.000 beschikbaar te stellen voor ‘inspecties speeltoestellen’
5. Deze meerjarige structurele uitgaven te dekken door te beschikken over het begrotingssaldo 2025-2028.
6. Vanaf 2025 jaarlijks kredieten van € 200.000 beschikbaar te stellen voor het niet-planmatig vervangen van bomen, beplanting en gras.
7. De hieruit voortvloeiende structurele kapitaallasten ad € 900 in 2025 oplopend tot € 21.100 in 2028 te dekken door te beschikken over het begrotingssaldo 2025-2028.
8. De 2e begrotingswijziging van 2025 vast te stellen.

Jaarlijks worden de belastingtarieven in de gemeentelijke verordeningen aangepast om te voldoen aan inflatiecorrecties, vastgesteld beleid en het streven naar kostendekkendheid. Deze aanpassingen zijn noodzakelijk om aansluiting te houden bij de geraamde belastingopbrengsten in de begroting. De gemeenteraad keurt deze verordeningen goed, voordat belastingen kunnen worden geheven. 

In de programmabegroting 2025 is vastgelegd dat de tarieven met 2,3% worden verhoogd als inflatiecorrectie. Voor de onroerendezaakbelasting (OZB) worden daarnaast de tarieven afgestemd op de WOZ-waardeontwikkelingen, zodat de lasten voor inwoners en bedrijven vrijwel gelijk blijven. Bovendien is in de kadernota 2025 besloten om de OZB-tarieven met 10% extra te verhogen, bovenop de inflatiecorrectie, om een sluitende begroting te realiseren. Hierdoor stijgen de OZB-lasten in totaal met 12,3%.

Voor de toeristenbelasting is een vereenvoudiging doorgevoerd in de forfaitaire tarieven. Waar voorheen werd gewerkt met gemiddelden, worden nu vaste tarieven gehanteerd, wat meer duidelijkheid biedt voor ondernemers. Deze wijzigingen zijn positief ontvangen door de betrokken partijen. Verder wordt gewerkt aan de invoering van groene leges, zoals vastgelegd in een motie. Begin 2025 start een onderzoek naar de mogelijkheden, met een rapportage gepland voor medio 2025.

Bij de argumenten worden de belangrijkste wijzigingen per verordening toegelicht. Daarnaast is in bijlage 1 een specificatie van de tarieven opgenomen.

1. de belastingen, rechten en tarieven voor 2025 aan te passen conform bijlage 1;
2. daartoe vast te stellen de:
     2.1 de verordening afvalstoffenheffing Maashorst 2025;
     2.2 de verordening riool- en waterzorgheffing Maashorst 2025;
     2.3 de verordening onroerende zaakbelastingen Maashorst 2025;
     2.4 de verordening parkeerbelastingen Maashorst 2025;
     2.5 de verordening staangeld Maashorst 2025;
     2.6 de verordening reclamebelasting Maashorst 2025;
     2.7 de verordening markt en standplaatsen Maashorst 2025;
     2.8 de verordening begrafenisrechten Maashorst 2025;
     2.9 de verordening toeristenbelasting Maashorst 2025;
     2.10 de verordening forensenbelasting Maashorst 2025;
     2.11 de legesverordening Maashorst 2025;
3. de bij het advies gevoegde raadsvoorstel en besluit voor te leggen aan de gemeenteraad.

Op 4 april 2024 heeft de gemeenteraad een nieuwe financiële verordening vastgesteld, die nu enkele kleine wijzigingen bevat om deze actueel te houden en voor besluitvorming wordt voorgelegd. Het doel van de voorgestelde aanpassingen is om een gebalanceerde verordening te waarborgen die de relatie tussen de raad en het college rondom financieel beleid, beheer en organisatie regelt. Hiermee wordt voldaan aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle.

Een van de belangrijkste wijzigingen betreft de aanscherping van definities om onzekerheid over financiële rechtmatigheid te voorkomen. Tijdens de accountantscontrole over de Programmarekening 2023 bleek dat een onduidelijke formulering van het begrip “tijdig” tot onzekerheid leidde. Dit is nu aangescherpt, in overleg met de externe accountant. Verder is artikel 7 aangepast om uitzonderingen toe te staan voor het herhaaldelijk overhevelen van middelen met een terugbetalingsverplichting en budgetten voor meerjarige projecten of investeringen. Daarnaast zijn diverse kleine definities verduidelijkt om misverstanden te vermijden, zoals weergegeven in bijlage 1.

1. De gewijzigde financiële verordening gemeente Maashorst vast te stellen.

Volgens de Financiële Verordening van de gemeente Maashorst informeert het college de gemeenteraad in de tweede tussentijdse rapportage over de voortgang van de begroting over de eerste acht maanden van het lopende begrotingsjaar. Deze rapportage bevat de voorgestelde budgetoverhevelingen, evenals een herijkingsnota met betrekking tot de reserves en voorzieningen. Waar mogelijk biedt de rapportage een doorkijk voor het gehele jaar en geeft zij inzicht in de verwachte financiële gevolgen voor de komende jaren. 

Het college wil de raad effectief en efficiënt meenemen in de belangrijkste ontwikkelingen omtrent beleid en financiën. Om dit te realiseren hebben we een inzichtsamenvatting gemaakt, waarbij we kort en krachtig de kernpunten en voortgang presenteren. Hiermee proberen we zo optimaal mogelijk aan te sluiten bij de informatiebehoefte van de raad.

1. De tweede tussentijdse rapportage 2024 vast te stellen.
2. De kredieten zoals opgenomen in de tweede tussentijdse rapportage 2024 beschikbaar te stellen.
3. Het voorstel tot budgetoverheveling van 2024 naar 2025 vast te stellen.
4. ​Herijking reserves en voorzieningen 2024, inclusief af- en bijramingen en de naamswijziging van de reserve Landschapsinvesteringsregeling vast te stellen.
5. ​Het structureel overschot van 2024 ad € 3.048.000,- aan de Algemene reserve toe te voegen.
6. ​Het incidenteel overschot in 2024 ad € 535.000,- en 2025 ad. € 218.000,- aan de Algemene reserve toe te voegen.
7. ​De 24e en 25e begrotingswijziging van 2024 vast te stellen.
8. ​De 4e en 5e begrotingswijziging van 2025​ vast te stellen.

Waterschap De Dommel heeft op 22 juli 2024 een formeel verzoek gedaan tot toetreding tot de Gemeenschappelijke Regeling BSOB met ingang van 1 januari 2026. Bij toetreding tot de GR zal vanaf deze datum de BSOB, gelijk aan de dienstverlening aan de andere deelnemers van BSOB, de belastingtaken uitvoeren voor Waterschap De Dommel. Dat gaat meer specifiek om de heffing en invordering van de Watersysteemheffingen, de Zuiveringsheffing en de Verontreinigingsheffing, alsmede de kwijtschelding van deze heffingen en de behandeling van bezwaar en beroep tegen besluiten in het kader van de heffing en invordering van deze heffingen.

Waterschap De Dommel heeft voorafgaand aan het voornoemde formele verzoek een offerte traject doorlopen waarin BSOB op 17 mei 2024 offerte heeft uitgebracht. Uitgangspunt van deze offerte is dat de hoge kwaliteit en continuïteit van de BSOB gegarandeerd moet blijven. Voorafgaand aan de formele taakuitvoering per 1 januari 2026 zal een traject c.q. project tussen BSOB en Waterschap De Dommel worden gestart aangaande het converteren en migreren van de belastingadministratie, zodat met ingang van 1 januari 2026, zonder onderbrekingen, de taakuitvoering door BSOB kan worden gecontinueerd.

In dit raadsvoorstel wordt gelijktijdig gevraagd om zienswijze en toestemming voor toetreding door waterschap De Dommel. Dit wijkt af van de bepaling in de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Hiervoor is gekozen, zodat het waterschap De Dommel de zekerheid krijgt en zo de gelegenheid heeft om het contract met hun huidig leverancier tijdig op te zeggen zonder risico.

1. De volgende zienswijze te geven bij de wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling BSOB:
a. Wij kunnen ons vinden in de 1e wijziging gemeenschappelijke regeling BSOB 2024 inzake het verzoek van Waterschap De Dommel om met ingang van 1 januari 2026 toe te treden tot de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Oost-Brabant.
b. Wij kunnen ons vinden in het feit dat in het toetredingsproces wordt afgeweken van artikel 54, lid 5 van de GR BSOB.
c. Wij kunnen ons vinden in het voorstel om € 159.738,- van de vrij besteedbare bestemmingreserve in te zetten ten behoeve van de incidentele kosten van de toetreding van Waterschap de Dommel.
2. Het college toestemming te verlenen om in te stemmen met de wijziging van de GR waardoor Waterschap de Dommel toetreedt tot de GR, onder de voorwaarde dat deze concept GR niet meer wijzigt.

De BSOB (Belastingsamenwerking Oost-Brabant) voert namens deelnemende gemeenten en waterschap Aa en Maas taken uit op het gebied van belastingen. De 2e bestuursrapportage 2024 bevat de rapportage over de periode januari tot en met juni 2024. De BSOB stelt een 2e begrotingswijziging 2024 voor (de 1e begrotingswijziging 2024 is in uw raad van 27 juni 2024 behandeld). De begrotingswijziging is gebaseerd op de bestuursrapportage over januari-juni 2024. Deze wijziging verhoogt de totale lasten met €412.000,- voornamelijk door hogere proceskostenvergoedingen (stijging van €310,- naar €624,- per proceshandeling), inhuurkosten, en automatiseringsuitgaven. Tegelijkertijd worden nadelen deels gecompenseerd door hogere opbrengsten uit projecten en rentebaten.

De extra lasten leiden tot een hogere deelnemersbijdrage, waarvan €27.824,- ten laste komt van gemeente Maashorst. Deze kosten zijn al meegenomen in de 2e tussentijdse rapportage van de gemeente. De wijziging heeft alleen betrekking op 2024 en bevat geen meerjarige effecten.

Via de zienswijze kan de gemeenteraad zijn beleidsmatige en/of financiële aandachtspunten meegeven.

1. De volgende zienswijze te geven op de tweede begrotingswijziging 2024 van BSOB:
   a. Wij begrijpen dat de kostenstijging van BSOB over 2024 voor een groot deel is te wijten
   aan de bezwaren vanuit de No-Cure-No-Pay (NCNP) bureaus en het besluit van de Hoge
   Raad d.d. 12-07-2024 om hogere proceskostenvergoedingen toe te kennen. Wij
   waarderen de inzet van BSOB om deze kosten zo laag mogelijk te houden.
   b. Met de prognose van het zogenaamde ravijnjaar (2026) is de verwachting dat er geen
   of beperkte structurele ruimte in de gemeentebegroting zal zijn om verdere
   kostenstijgingen op te vangen. Daarom wederom de vraag aan de Gemeenschappelijke
   Regeling om de komende jaren terughoudend te zijn met de kostenstijgingen (buiten de
   reguliere inflatie) en ontwikkelingen zo veel mogelijk binnen de beschikbare middelen
   op te vangen.
   c. Er wordt aangegeven dat de komende periode door directie en managementteam het
   meerjarenplan verder wordt uitgewerkt. Wij zien dit plan en de uitwerking daarvan in
   de business case graag tegemoet.